Bosmuizen ( Apodemus sylvaticus )
Bosmuizen treffen we minder snel in huis aan. Meestal dringen ze alleen ons huis binnen wanneer de gelegenheid zich voordoet. Wanneer bijvoorbeeld de voedselbron zoals een notenboom dicht bij het huis staat.
Bosmuizen zijn goed te herkennen aan de grote kraalogen en grote uitstekende oren. De kop is groot in verhouding tot het lichaam. De buik van een volwassen bosmuis is wit/grijs en de rug licht- tot donkerbruin. Bosmuizen hebben net als Huismuizen een lange staart.
Van de wilde muizen in Nederland is de gewone bosmuis het makkelijkst te verwarren met de huismuis. Met zijn grote oren, ogen en lange staart zijn de verschillen lastig te herkennen. Toch zijn dit twee verschillende soorten, die men dan ook niet hetzelfde kan bestrijden.
Kenmerken
De bosmuis heeft grote oren en ogen. Ook heeft de bosmuis een lange staart. Hiermee onderscheidt hij zich met andere 'ware muizen' van de woelmuizen en spitsmuizen. De bosmuis heeft vaak een gelige vlek op de borst. Bij de in Nederland veel zeldzamere grote bosmuis vormt deze gele vlek een kraag om de nek. De grote bosmuis komt in Nederland echter alleen in Zuid-Limburg en het oosten voor.
Habitat
De bosmuis leeft in een habitat met veel dekking. Bossen, parken en tuinen zijn ideale terreinen voor de bosmuis. Omdat de bosmuis in een divers habitat kan leven is hij wijdverspreid in Nederland. Hierdoor komt de mens vaak in aanraking met de bosmuis.
Dieet
De bosmuis leeft van een zeer gevarieerd dieet. Ze eten noten en zaden, maar ook grassen en kruiden. Dit dieet vullen zij aan met dierlijk voedsel als insecten en wormen. Ook schimmels als paddenstoelen worden zeker gegeten. De bosmuis is dus een echte omnivoor. Omdat de bosmuis zo'n gemakkelijke eter is kunnen zij ook altijd in en rondom uw huis voedsel vinden.
Gedrag
Bosmuizen zijn echte nachtdieren en zijn tijdens de donkere uren zeer actief. Tijdens deze nachtelijke strooptochten gaat hij op zoek naar voedsel en neemt af en toe korte pauzes. Bosmuizen houden geen winterslaap maar zijn in de winter wel verminderd actief, zo sparen zij kostbare vetreserves. Deze muis is als bosbewoner zeer goed aangepast en kan goed klimmen en springen.
In huis betekent dat deze muis op vaak ogenschijnlijk ontoegankelijke plaatsen kan komen, zoals bovenop keukenkastjes en bovenin de meterkast. Als u in de keuken sporen vind doet u er dan ook goed aan ook op zolder eens goed rond te kijken.
Voortplanting
Zoals alle andere muizen heeft ook de bosmuis een hoge reproductie. Een vrouwtje werpt gemiddeld 5-6 jongen in 3 nesten per jaar. Deze jongen zijn vervolgens zelf ook al snel geslachtsrijp waardoor de populatie ondanks sterke predatie op stand blijft. Een muis in huis dient om deze reden snel en kordaat bestreden te worden, want voor u het weet bouwen zij nesten.
Uitwerpselen
Keuteltjes van de bosmuis zijn cilindervormig en 4-6,5 mm lang. Ze zijn lastig van die van huismuizen te onderscheiden. Muizen laten overal in huis keuteltjes achter.
Als plaagdier
De bosmuis kan soms tijdelijk toevlucht zoeken in een huis of schuur. Vaste bewoners zijn zij echter niet. Heeft u last van een bosmuis die uit de bijkeuken snoept, dan is wering de beste oplossing. Zoek de toegangswegen en dicht deze af. Zorg er ook voor dat voedsel ontoegankelijk is voor muizen.
Bosmuizen mogen wij alleen bestrijden wanneer ze binnen gebouwen voor teveel gevaar of overlast zorgen. De Wet Natuurbescherming die de Flora- en Faunawet heeft ingerokken maakt hiervoor een uitzondering op artikel 3.10 a en b.
Muizen laten door heel het huis uitwerpselen achter en kunnen op die manier ziektes verspreiden. Bovendien moeten zij blijven knagen om hun tanden te slijpen, hierdoor kunnen zij schade veroorzaken aan uw huis of kabels doorknagen. Ten slotte kunnen deze kleine beestjes veel lawaai veroorzaken, vaak denken mensen dat er ratten in huis zitten.