Grauwe vleesvlieg
Blauwe vleesvlieg
Groene aasvlieg
In de goede oude tijden, nog voor de periode dat wij begonnen de maanden naar Romeinse keizers te noemen, werd op onze breedtegraad de maand juli eenvoudig wormenmaand genoemd. De wormen waaraan daarbij werd gedacht, waren de vleesvliegenlarven, ook wel maden genoemd. Dit alleen al illustreert wat een probleem het moet zijn geweest om in de warme zomermaanden vlees voor consumptie geschikt te houden. De vleesvliegen die men het meeste in huis ontmoet zijn de grote blauw-zwarte vleesvliegen zoals bijvoorbeeld de Blauwe vleesvlieg en de wat kleinere aasvliegen met een groene metaalglans.
De wijfjes van de vleesvlieg leggen hun eitjes gewoonlijk op dode dieren. De lucht van vlees kan ze vanaf kilometers afstand aantrekken. Eitjes worden ook wel in ander rottend organisch materiaal en zelfs in uitwerpselen gelegd. De eitjes komen binnen een dag uit en de maden boren zich direct in hun voedsel. Ze groeien bijzonder snel. Binnen een week zijn ze volwassen en verlaten ze het aas. Als de maden niet in de gelegenheid zijn zich in de grond te graven, kruipen ze lang rond op zoek naar een geschikt plekje om zich te verpoppen. Binnenshuis kunnen vleesvliegen afkomstig zijn van dode ratten, muizen of vogels.
Één dode rat kan zeker voedsel opleveren voor 4000 maden. Al die krioelende maden kunnen er erg onsmakelijk uitzien. Ze besparen ons echter wel de stank die er anders zou heersen. De maden kruipen van het licht weg en zullen daarom vaak tussen spleten, in panelen of onder een tapijt terecht komen. Na verloop van nog eens 8 tot 10 dagen komen de volwassen vleesvliegen uit de poppen. Deze zoeken het licht op, vliegen weg, paren, leggen eitjes, etc.
Net als de andere vliegen zijn ook de vleesvliegen ernstig verdacht als overbrengers van ziekten. De stofwisselingsprodukten van de maden van de vleesvliegen zijn op zichzelf niet zo gezond. Vlees dient dus uit voorzorg goed schoongemaakt te worden.
Hoe kom ik van het probleem af?
Vleeswaren afgedekt bewaren en afval tijdig verwijderen. Indien een kadaver de oorzaak is, deze opsporen en afvoeren. Afvalcontainers niet te dicht tegen het huis zetten en tijdig legen. Met deze maatregelen is een bestrijding niet meer noodzakelijk.