Gewone Teek ( Ixodes ricinus L. )
Gewone teken worden weliswaar teken genoemd, maar ze horen bij de bloedmijten. Volwassen mannetjes worden ongeveer 2 mm lang, de wijfjes worden 2 maal zo groot. Deze maten gelden echter alleen voor exemplaren die niet hebben gegeten. De roodbruine, leerachtige huid van het achterlijf kan dan namelijk ongelooflijk opzwellen. Gewone teken zijn in bepaalde streken van het land erg algemeen, terwijl ze in andere weer geheel ontbreken. Dat hangt samen met het feit dat ze hoge eisen aan hun omgeving stellen. Ze zijn zo bijvoorbeeld erg gevoelig voor uitdrogen en zijn daarom vooral in vochtig struikgewas en andere dichte vegetaties te vinden. Een hongerige gewone teek klimt naar de top van een grasspriet of een blad en gaat daar geduldig zitten wachten totdat er een dier voorbij komt.
Ze zijn niet kieskeurig wat betreft de keuze van hun gastheer. Ze zuigen bloed van allerlei soorten zoogdieren, inclusief de mens, maar ook van vogels en reptielen. Komt er een voorbij die langs hen heen strijkt, dan haken ze zich aan hem vast. Daarna wandelen ze op hun gastheer rond tot ze een geschikt plekje hebben gevonden waar de huid dun is en boren daar hun van doelmatige weerhaken voorziene zuigsnuit naar binnen. Van deze steek en het zuigen van het bloed merkt men niet veel, maar na een tijdje begint het goed te jeuken. De teek blijft ongeveer vijf tot zes dagen op zijn gastheer zitten. Daarna laat hij zich op de grond vallen en zoekt een schuilplaats om zijn maaltijd te verteren. Het is voor een teek min of meer een kansspel om in leven te blijven, omdat hij er niet mee kan volstaan om één maal in zijn leven bloed te zuigen. Niet minder dan drie maal in zijn leven moet hij een gastheer vinden, tweemaal tijdens het opgroeien, en eenmaal als volwassen dier om eitjes te kunnen leggen. Een gewone teek legt tienduizenden eitjes, maar deze kunnen binnenshuis nooit uitkomen omdat het daar eenvoudig te droog voor is.
Zelfs met een pincet is het niet gemakkelijk om een gewone teek te verwijderen. Ze zitten geweldig goed verankerd. Toch is het bijzonder belangrijk om ze geheel te verwijderen, omdat er anders gemakkelijk ontstekingen ontstaan.
Bij een steek door een gewone teek treedt huidirritatie of huidinfectie op. Er kunnen ziekten overgebracht worden, zoals de ziekte van Lyme. Bij deze ziekte treedt 3 – 4 weken na de steek een ringvormige rode huiduitslag op. Men dient dan onmiddellijk een huisarts te waarschuwen.
Hondenteek ( Rhipicephalus sanguineus Latreille )
Hondenteken zijn oorspronkelijk uit Afrika afkomstig, maar ze komen nu overal in de tropen en de subtropen voor. In europa zijn ze in het Middellandse Zee gebied algemeen, in Nederland zijn ze in de zestiger jaren met honden geïmporteerd.
Hondenteken hebben een uitgesproken voorkeur voor honden en worden zelden op mensen aangetroffen. Net als de gewone teek moet de hondenteek drie maal bloed zuigen voor hij geslachtsrijp wordt. In de gematigde gebieden zijn de hondenteken in het koude jaargetijde geheel afhankelijk van onze verwarmde huizen. Omdat ze van origine aan zeer droge klimaten waren aangepast, zijn ze in tegenstelling tot de gewone teek in staat om in het woestijnklimaat van onze woningen niet alleen in leven te blijven maar er zich zelfs voort te planten.
Het opgezwollen drachtige wijfje is bijna 1cm lang als het haar gastheer verlaat, vaak op de slaapplaats van de hond. Zelfs in deze toestand is ze nog verbluffend mobiel en bij het zoeken naar een geschikt plekje om haar eitjes te leggen is ze in staat om flinke afstanden af te leggen.
Hoe kom ik van het probleem af?
Problemen met teken kunnen voorkomen worden door in het bos het lichaam goed beschermd te houden met kleding. Aan de lucht blootgestelde lichaamsdelen kunnen worden ingesmeerd met een bij de apotheek verkrijgbaar afweermiddel.
Een teek op ons lichaam moet verwijderd worden met behulp van een speciale tekentang. Daarna moet de huid ter plaatse gedesinfecteerd worden. Voor de behandeling van het huisdier moet een dierenarts geraadpleegd worden.