Ongedierte en volksgezondheid
Ongedierte en volksgezondheid worden vaak in samenhang gebracht omdat sommige soorten ongedierte ziektedragers kunnen zijn waarmee we besmet kunnen worden. Omdat de overheid verantwoordelijk is voor de volksgezondheid, kunnen inwoners altijd met hun vragen en zorgen inzake de aanwezigheid van ongedierte bij hen terecht.
Echter, de overheid kan in de meeste gevallen niet aansprakelijk gesteld worden voor een individueel probleem rondom ongedierte, tenzij kan worden aangetoond dat de overheid dit veroorzaakt heeft. Een individueel probleem vormt tenslotte geen bedreiging voor de volksgezondheid.
Als een ongedierteplaag zich echter dusdanig verspreid dat een hele buurt, wijk of zelfs het hele land geconfronteerd wordt met de risico’s op ziekten die een bepaald diersoort met zich meebrengt, denk aan bijvoorbeeld ratten ( ziekte van Weil ) of teken ( ziekte van Lyme ), pas dan kan worden gezegd dat het een bedreiging vormt voor de volksgezondheid. Wanneer ook de oorzaak niet duidelijk is, rest er alleen nog de overheid die verantwoordelijk kan worden gehouden voor het vinden van een oplossing.
Omdat de aanwezigheid van ongedierte en plaagdieren door de toenemende bevolking wel degelijk een steeds serieuzere rol speelt binnen onze samenleving en Europa steeds meer gezamenlijk optreedt, is er in 2009 een uitgebreid rapport van de World Health Organisation verschenen welke meer inzicht geeft in de gevaren van ongedierte in stedelijk gebied.
Lees hier de samenvatting van het WHO rapport.
Gevaren van stedelijk ongedierte voor de volksgezondheid
Samenvatting WHO rapport
Dit rapport toont onomstotelijk aan dat stedelijke gebieden in toenemende mate te kampen hebben met ongedierte en (voortvloeiend daaruit) met door ongedierte overgedragen ziekten. Dit complexe probleem van toenemende blootstelling heeft milieutechnische, structurele, institutionele, regulatorische, bestuurlijke, financiële, wetenschappelijke en klimatologische aspecten. Er zijn oplossingen gevonden waarmee de volksgezondheid beter kan worden beschermd, door invoering van een verbeterd systeem voor het bestrijden van ongedierte en van door ongedierte overgedragen ziekten. Deze oplossingen maken juridische actie, scholing, ontwikkeling van institutionele bevoegdheden en onderzoek op internationaal, nationaal en lokaal niveau noodzakelijk.
De conclusies zijn gebaseerd op het momenteel beschikbare bewijs, maar het is van belang om te begrijpen dat er belangrijke factoren zijn (zoals de gevolgen die de klimaatverandering heeft voor het landschap, ecosystemen en de toekomstige patronen van bacillaire ziekten), die in de toekomst een grote rol zullen spelen.
Met name de klimaatverandering is relevant omdat hierdoor naar verwachting niet alleen de natuurlijke omgeving zal veranderen ten gevolge van overstromingen en droogtes, maar ook de stedelijke omgeving vanwege een veranderend gebruik van het land.
De toekomst moet uitwijzen in welke mate deze factoren het risico van door ongedierte overgedragen ziekten zullen beïnvloeden. Toch kunnen de conclusies die in dit rapport worden getrokken, nationale overheden een beter begrip geven van de toenemende invloed die ongedierte in steden heeft op de volksgezondheid, en hen helpen om zich hierop technisch voor te bereiden en een plan van aanpak op te stellen.
Het bewijs dat in dit boek wordt gepresenteerd, is gebaseerd op een beoordeling van de huidige toestand van stedelijk ongedierte en de gezondheid in Europa en Noord-Amerika, en steunt voornamelijk op wetenschappelijk onderzoek en regulatorische benaderingen die in deze werelddelen zijn ontwikkeld. Toch kunnen de beschreven bewijzen en regulatorische benaderingen ook van pas komen in landen elders, afhankelijk van de nationale context.
Juridische vereisten
Een basisvereiste voor het doorvoeren van de juiste (en effectieve) preventieve en bestuurlijke maatregelen is, dat men over de juiste juridische vereisten beschikt die de betreffende ministeries en instanties in staat stellen om in actie te komen en die hen de bevoegdheden geven om op te treden.
Planning en constructie
Door het vervagen van de grens tussen stedelijke en landelijke gebieden worden uitdijende voorsteden gevoeliger voor ongedierte en de ziekten die dit meedraagt. Omdat veel zoönotische ziektekiemen (d.w.z. ziektekiemen die van dieren op mensen kunnen worden overdragen) eerder tussen vectoren en hun gastheren in landelijke gebieden zullen worden overgedragen, wordt het besmettingsrisico groter naarmate landelijke voorzieningen, zoals bosterreinen en recreatiegebieden, zich uitbreiden.
Samenvatting
Deze toename van het risico van besmetting is te wijten aan de grotere kans die bewoners van binnenstadsgebieden lopen om in contact te komen met ziektedragend ongedierte zoals teken en knaagdieren. Ook is het zo dat stadsplanners en ontwikkelaars er vaak voor kiezen om bouwprojecten zoals stadswijken, afzonderlijke gebouwen en recreatiegebieden visueel en ecologisch in de natuurlijke omgeving te laten opgaan. Hierbij wordt het toenemend risico van ongedierteplagen over het hoofd gezien. Dit risico kan worden verminderd door:
1. Regelgeving met betrekking tot stadsplanning, landschapsvorming, het ontwerp van recreatiegebieden en dergelijke op te stellen waarin rekening wordt gehouden met de risico’s van ongedierteplagen en ziekteoverdracht.
2. Formulering van bouwvoorschriften waardoor nieuwe gebouwen ongediertebestendig worden en geen situaties opleveren die bijdragen aan ongedierteplagen.
Verantwoordelijkheden
Aangezien ongediertebestrijding verschillende aspecten kent (gezondheids-, milieu- en beroepsaspecten), is het vaak moeilijk om uit te maken welk ministerie of welke instantie verantwoordelijk is. Op lokaal niveau is het vaak onduidelijk, welke instantie verantwoordelijk is voor ongediertevoorkoming, -controle en -beheersing. De volgende handreikingen kunnen helpen om de besluitvorming te vergemakkelijken en duidelijkheid te scheppen.
3. Een enkel overheidsdepartement dient eindverantwoordelijk te zijn voor het toezicht op controleprogramma’s en de uitvoering van maatregelen voor ongediertebestrijding; dit moet vergezeld gaan van de politieke wil om programma’s en maatregelen te implementeren.
4. Ten aanzien van ongediertebestrijding moeten via passende voorschriften de aansprakelijkheden van aannemers, bouwmanagers, huiseigenaren, appartementbewoners en plaatselijke autoriteiten worden afgebakend.
Toepassing van pesticiden
Zware pesticiden staan niet alleen vaak ter beschikking van particulieren, maar worden door hen ook vaak verkeerd gebruikt vanwege een gebrek aan kennis of deskundigheid. In dat geval worden pesticiden vaak onnodig en in de verkeerde samenstelling, concentratie en hoeveelheid gebruikt. Ook als ze correct worden gebruikt, houden pesticiden een gevaar voor de gezondheid en het milieu in. Daarom is een technische risico-opbrengstanalyse nodig voordat ze worden toegepast. De volgende maatregelen kunnen helpen om deze situatie te verbeteren.
5. Hoewel de verkoop en het gebruik van pesticiden in Europa en Noord-Amerika door voorschriften is geregeld, dient er een strenger onderscheid te worden gemaakt en gehandhaafd tussen producten voor professionele gebruikers en 'amateurs', zodat het publiek geen toegang krijgt tot producten die alleen door geschoolde en competente bedieners mogen worden gebruikt.
6. Via wetenschappelijke risicobeoordelingen en juiste vergunningprocedures moet ervoor worden gezorgd dat de toepassing van pesticiden en de gebruikte pesticiden geen onaanvaardbaar risico opleveren voor consumenten, bedieners of het milieu. Er moeten goede risicobeoordelingen worden uitgevoerd voordat pesticiden op de markt komen.
Gevaren van stedelijk ongedierte voor de volksgezondheid
Melding, goedkeuring en publiek besef
Melding
Ten gevolge van verschillen tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU), is het meldsysteem in Europa inconsistent. Lyme borreliosis bijvoorbeeld, de meest voorkomende door geleedpotigen overgedragen ziekte in Europa, moet in sommige EU-lidstaten worden gemeld en in andere niet. Het is daardoor buitengewoon moeilijk om betrouwbare epidemiologische gegevens te verzamelen. Waar ziekten moeten worden gemeld, variëren de regels voor aangifte vaak van land tot land, waardoor het onmogelijk is om gegevens te vergelijken. Ten slotte zijn gegevens meestal niet toegankelijk voor het publiek, worden ze niet in gemakkelijk toegankelijke databases bijgehouden of worden ze niet in een gebruiksvriendelijke vorm gepresenteerd. De volgende maatregelen kunnen helpen om deze situatie te verbeteren.
7. Op internationaal niveau moet er overeenstemming worden bereikt over uitgebreide en genormaliseerde meldingsvereisten voor door ongedierte overgedragen ziekten, evenals andere adequate mechanismen om gegevens centraal te verzamelen en te analyseren, en om biologische en epidemiologische gegevens openbaar te maken. Door vroege melding verplicht te stellen (een duidelijke vereiste voor het ontwikkelen van adequaat volksgezondheidsbeleid) kunnen lidstaten correct worden geïnformeerd.
Goedkeuring
Niet alleen zijn er internationale verschillen ten aanzien van de eisen voor de goedkeuring van pesticiden. De complexiteit en kosten voor de goedkeuring van pesticiden nemen voortdurend toe, wat tot gevolg heeft dat enerzijds veel bedrijven er momenteel van worden weerhouden om producten op de markt te brengen die efficiënter en goedkoper zouden zijn dan de bestaande, en anderzijds acceptabele producten die minder worden gebruikt, van de markt worden gehaald. Hierdoor neemt de kans toe dat het marktaanbod van de beste beschikbare pesticiden voor een specifieke toepassing aanzienlijk zal worden beperkt vanwege de kosten van de goedkeuringsprocedure. Het betekent ook dat de concurrentie op de markt voor pesticiden zal verschuiven naar grote internationale ondernemingen die het zich kunnen permitteren om hun pesticiden te laten goedkeuren. Dit heeft tot gevolg dat het aanbod aan pesticiden schraler wordt en de behandelingsmogelijkheden worden beperkt. Ook zullen methoden voor ongediertebestrijding die minder belangrijk of nieuw zijn, niet verder worden ontwikkeld omdat dit niet rendabel is of omdat het moeilijk is om ze goedgekeurd te krijgen. Wellicht is dit een manier om de situatie te verbeteren:
8. De kosten die worden berekend voor het verkrijgen van goedkeuringen voor pesticiden, moeten opnieuw worden overwogen en indien mogelijk worden verlaagd. Hierdoor kunnen meer efficiënte en goedkopere pesticiden worden ontwikkeld en geregistreerd, evenals pesticiden voor minder vaak voorkomende plagen. Goedkeuringstarieven moeten niet worden opgetrokken om niet verwante behoeften te dekken.
Publieke bewustheid
Publieke informatie en educatie zijn essentieel voor een efficiënte en succesvolle ongediertebestrijding, zowel met betrekking tot preventie als beheersing. De meeste mensen zijn zich er niet van bewust hoe hun gewoonten, hun gedrag en veranderingen in hun woning commensaal ongedierte kunnen aantrekken en ideale leefomstandigheden opleveren waarin dit ongedierte gedijt. Ze weten meestal ook niet dat ongedierte ziektekiemen draagt en dat eenvoudige persoonlijke maatregelen kunnen worden genomen om het contact met ongedierte te vermijden.
Samenvatting
Bovendien weten ze vaak niet hoe ze met pesticiden moeten omgaan. Daarom is openbare voorlichting niet alleen een basisbehoefte, maar is het ook economisch verstandig, omdat deze voorlichting er in aanzienlijke mate toe bijdraagt om via particuliere acties ongedierteplagen te voorkomen. De volgende maatregel kan helpen om deze situatie te verbeteren.
9. Er moet een informatiepakket worden ontwikkeld voor het publiek, om het er bewust van te maken hoe men zich door middel van eenvoudige hygiënische maatregelen en gedragsaanpassingen kan beschermen. Dergelijke informatie moet het publiek ook duidelijk maken hoe men pesticiden het beste kan bewaren en gebruiken, waardoor ook de risico’s van het opslag en gebruik hiervan kunnen worden beperkt.
Institutionele capaciteiten
Up-to-date gegevens over de aanwezigheid en verdeling van ongedierte en van met ongedierte samenhangende ziekten zijn meestal schaars (of ontbreken zelfs geheel) in de EU. In het verleden waren het overheidsdepartementen en -instanties die plagen bestreden en gegevens verzamelden. Deze vorm van activiteit is echter langzaam (maar substantieel) verminderd (of zelfs beëindigd) vanwege bezuinigingen. Hoewel er al jarenlang sprake is van een toename van ongediertebestrijding, zijn overheidsinstanties niet vernieuwd en is er niet voldoende geïnvesteerd in adequaat personeel, apparatuur of financiële middelen om op te treden als controle-units om epidemiologische gegevens te verzamelen. Het is voor iedereen een probleem dat er in Europa geen nationale of internationale instellingen verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van vectorverwante informatie en het coördineren van ongediertebestrijding. De volgende maatregelen kunnen helpen om deze situatie te verbeteren.
10.Het regionale WHO-kantoor voor EU-lidstaten zou, via de gezamenlijke inspanningen van hun instanties voor volksgezondheid, profiteren van: het ontwikkelen van het vermogen om met ongedierte samenhangende risico’s in stedelijke omgevingen aan te wijzen (d.w.z. ongedierte en door ongedierte overgedragen ziekten identificeren die momenteel voorkomen of die de kop zouden kunnen opsteken), het wijd-verspreid-zijn van de verschillende infecties bepalen en vastleggen, en bijhouden welke reservoirs van gastheersoorten er zijn evenals de geografische verspreiding van verschillende soorten ongedierte en hun overdrachttechnieken. Zij zouden ook gebruik kunnen maken van een geactualiseerde lijst met risicogebieden.
11.Overheden in de Europese regio zouden er (net als andere landen) voor moeten zorgen dat er controle-instanties komen met voldoende opgeleid personeel. Er moet een goed opgeleide volksgezondheidseenheid komen die kan omgaan met ongediertebestrijding en de behandeling van vectorziekten, zodat het publiek wordt beschermd tegen de gezondheidsrisico’s door stedelijk ongedierte. Deze speciale eenheid zou bijvoorbeeld goede diensten kunnen bewijzen op kwetsbare locaties, zoals zee- en luchthavens. Er zijn specialisten in onder meer entomologie, medische zoölogie, toxicologie, ecotoxicologie en gezondheidsmanagement nodig om: ongediertebestrijders op te leiden, te helpen bij het ontwikkelen van beheersingsprogramma’s (waaronder strategieën en het gebruik van pesticiden), afspraken te maken over actiedrempels en gedefinieerde beheersingsdoelen, en om te zorgen voor een harmonieuze samenwerking tussen alle belanghebbenden, waaronder overheidsdepartementen en -instanties, lokale overheden, het bedrijfsleven, consumentengroepen en het publiek.
Gevaren van stedelijk ongedierte voor de volksgezondheid
12.Zowel op nationaal als lokaal niveau moeten autoriteiten worden aangewezen die informatie ten aanzien van vectorziekten beheren. De rol van partners evenals de mechanismen voor het coördineren van de inspanningen van partners, moeten worden geformuleerd en uitgewerkt. Hoewel er Europese instanties zijn die informatie over ziekten verzamelen, is er behoefte aan een supranationale organisatie die informatie over vectoren verzamelt, omdat het meeste werk op dit gebied op lokaal niveau (nationaal) wordt uitgevoerd en er geen sprake is van coördinatie.
Onderzoek
Bestudering van de diverse hoofdstukken van dit rapport (zoals de gedeelten over teken, muskieten en vlooien) laat zien dat, hoewel de biologie en het gedrag van dergelijk ongedierte grondig in kaart is gebracht, de epidemiologie van de ziekten die zij overdragen (met name in het geval van recent opgekomen ziekten) nauwelijks wordt begrepen. Hoewel er een duidelijke behoefte aan een beter begrip bestaat, worden wetenschappers die zijn gespecialiseerd in de klassieke disciplines medische zoölogie en medische entomologie steeds zeldzamer doordat overheden en universiteiten hun beperkte financiële middelen meer en meer voor andere terreinen gebruiken. Door deze verschuiving wordt niet alleen het onderzoek in de klassieke disciplines verwaarloosd, maar is ook de kennis die dit onderzoek schraagt, langzaam maar onherroepelijk aan het verdwijnen. Bovendien hebben gezondheidsprofessionals en artsen het vaak te druk om zich te verdiepen in ongedierte en door ongedierte overgedragen ziekten, en op universiteiten is er zelden nog een specialist te vinden die kan worden geraadpleegd.
Hetzelfde geldt voor ongediertecontrole en -beheersing. Particuliere bedrijven voor ongediertebestrijding zijn steeds minder (of helemaal niet meer) betrokken bij onderzoek en ontwikkeling, en de branche concentreert zich doorgaans op producten waarvoor al een markt bestaat.
Het volgende, laatste punt in deze samenvatting, is een belangrijke conclusie van dit rapport.
13.Overheden, programma’s voor de volksgezondheid en het algemene publiek zouden er baat bij hebben als wetenschappelijk onderzoek naar ongedierte wordt aangemoedigd, ondersteund en gepromoot. Dit zou leiden tot meer verfijnde kennis van de biologie, de ecologie en het gedrag van ongedierte en van de epidemiologie van door ongedierte overgedragen ziekten. Dit is dringend nodig, evenals meer doelmatige en specifieke gereedschappen en actieve ingrediënten voor de controle en beheersing van ongedierte.